• Home
  • Over de serie De Compositie
  • Over Jan Verhoeven
  • Over Yellow Fellow
  • Andere Yellow Fellow blogs

yfcompositie

~ Just another WordPress.com site

yfcompositie

Categorie Archief: Architectuur

COMPOSITIE IN CONTEXT

20 zaterdag Jun 2015

Posted by yfcompositie in Abstracte kunst, Architectuur, Schoonheid

≈ Een reactie plaatsen

Een essay naar aanleiding van het Symposion 2015 in Gorinchem

Wie in dit verhaal zoekt naar een bespreking van 170 kunstenaars of 430 werken hoeft niet verder te lezen want dat is bij voorbaat onmogelijk. Wel is het mogelijk gebleken om deze nationale gebeurtenis, kunst uit 12 provincies, het niveau te geven dat het rijkelijk verdient. Zoveel goeds te zien stemt optimistisch en dankbaar dat er in het hele land kunstenaars zijn die met volledige overgave en inzet tot verrassend werk komen dat anders aan de aandacht zou kunnen ontsnappen. Ook verrassend omdat een herhaling van dit evenement in 2015 dreigde te mislukken, maar op tijd werd overgenomen door een nieuwe generatie die een prachtig eindproduct heeft gerealiseerd. In korte tijd is door een fantastische samenwerking en medewerking van zeer velen een veelzijdig gelaagd kunstproject tot stand gekomen.

Ik richt me in dit essay op wat mij bij deze verzameling van tentoonstellingen is opgevallen en voor mij de rode draad vormt, die het mogelijk maakt deze kunst op veertien zeer diverse locaties, op een belangrijk aspect te vergelijken, op compositie en hoe deze compositie per kunstwerk maximaal tot zijn recht komt in de beschikbare omgeving. Een nieuwe, niet bij voorbaat gekende context, nieuw voor de kunstenaar en een buitengewoon moeilijke opdracht voor de curator die voor honderden werken de best mogelijke combinatie moest vinden van beschikbare kunst en beschikbare omgeving.

Abstracte kunst kan zijn kwaliteit niet waar maken zonder een intrigerende compositie. Waarmee natuurlijk onmiddellijk de vraag opduikt: Wat is dat dan, een intrigerende compositie en hoe kan die verbeterd (of verslechterd) worden door zijn omgeving? Om dat te ervaren kom dan naar dit Symposion kijken! Hier wordt in bijna elke ruimte, hoe verschillend ook, de oplossing van dit dilemma zichtbaar gemaakt. Ik vertel over mijn reactie aan de hand van de gevonden combinaties. Ik doe dat vanuit het gezichtspunt van de verzamelaar die altijd op zoek is naar de perfecte oplossing voor de eis van de intrigerende compositie, maar dan voor de combinatie van kunstwerk in een bepaalde ruimte. Als de kunstwerken, schilderijen samen met een of meer beeldhouwwerken, een nieuwe harmonie vormen, een nieuw rationeel en intuïtief samenspel van vormen aangaan in een ruimte kunnen ze een Gesamtkunstwerk vormen. Het lijkt een overdreven eis, maar op dit Symposion is het zo dikwijls gelukt dat het geen toeval meer is.

Het uitgangspunt ‘Gesamtkunstwerk’ is een voorwaarde waaraan, schijnbaar moeiteloos, wordt voldaan en die dit Symposion uittilt boven een gewone tentoonstelling.  Ook al is de ruimte, het vertrek, te klein, te groot, met vervelende aanwezige kasten of andere lastig te verbergen invloeden op die omgeving. Dat juist gaan gebruiken. Daarbij letten op de lichtinval, onder welke hoek, bij daglicht en kunstlicht, dus bij allerlei omstandigheden. De gebreken van de omgeving benutten of tegenspreken. De complexe vorm of opvallende kleur van het kunstwerk benadrukken en het daardoor interessanter maken.

Het Tolhuis. In de grote zaal op de begane grond zijn alle elementen aanwezig om de lof te zingen van de gevonden oplossingen. Het is mij niet bekend of de kunstwerken in deze zaal al eerder op een dergelijke manier te zien waren. In ieder geval niet samen met de andere kunst in deze zaal. De grootte van de voorwerpen, de plaatsing in de ruimte, schuin verlopend. Rechte lijnen getrokken met stoelachtige voorwerpen. Gecombineerd met twee dimensionale voorwerpen, foto’s en schilderijen, die totaal een nieuwe harmonie opleveren die de rust geven om elk van de kunstwerken als afzonderlijk stuk te bekijken, daartoe zelfs uitnodigt.

Een volkomen andere benadering in de kelders van hetzelfde Tolhuis. De eerste kelder is een conceptuele ervaring van geluid en beeld. Letters, woorden op het lage plafond. Voor mij een woord in het geluid dat het geheel, toevallig?, voor mij duidelijk verstaanbaar maakte. Ook was ik onder de indruk van de enorme hoeveelheid werk en lastig uit te voeren, boven je hoofd, en toch een mooie compositie op dat lage plafond. Ik had wel willen zien hoe dat is gedaan. Nieuwsgierig maken is ook een kunst. In de tweede kelder wordt de eenvoud van twee vierkanten in actieve( tl-) kleuren rood en blauw getoond in een indrukwekkende maat en toch geheimzinnig in de totale uitvoering. Bij beide kelders was gebruik gemaakt van de mogelijkheid elk vertrek zijn eigen ambiance te geven in overeenstemming met de kunst in elk van de ruimten. Bij geen van de andere ruimtes of vertrekken heb ik aan het woord ‘ambiance’ gedacht, hier was het vanzelfsprekend.

Het schiet mij te binnen dat we in het geval van het Symposion spreken over een bepaalde vorm van binnenhuisarchitectuur maar dan zonder mensen er in want die bederven het totaalconcept. Een persoon mag want die kan kijken op de drempel van het vertrek en kan het vertrek ingaan zonder zijn totaalbeeld te versturen, hij of zij is lichaamloos aanwezig want vormt geen onderdeel van wat hij of zij ziet. Kan kijken zonder last van zichzelf te hebben. Zo herinner ik mij een andere ruimte die is ingedeeld door zwarte lijnen die ik eerst hield voor de zijkanten van twee glasplaten, zo hoog als de ruimte zelf en die de ruimte bepalen door wat je kunt ervaren als de juiste herindeling van die ruimte. Die je met de vraag achterlaten: Hoe is de kunstenaar er in geslaagd dat gevoel van “zo moet dat’ over te brengen? Ook de indruk dat het niet maar alleen lijnen waren en geen glasplaten moest ik mezelf bewijzen door er dwars door heen te stappen. De illusie als kunstwerk.

Maar mijn verwondering wordt weer bewondering als ik in een klein zijvertrek een klein schilderij met gaten in het doek zei, opgehangen tegen een wand die altijd al dat soort, maar dan ongewilde gaten heeft gehad. De gaten in het doek werden er logisch en mooi van. De aanwezige vierkanten op de grond, doosvormige delen van wanden die iets onbekends moeten verbergen,  een driedimensionaal kunstwerk vormt een harmonisch geheel ermee. Met in datzelfde vertrek keramische vormen met gaten die de compositie compleet maken. De compositie in context.

De Oude Doelen. Ook dit tweede gebouw dat ik zag op mijn ontdekkingsreis is net zo overtuigend als het Tolhuis. Het zijn weer de verrassende combinaties per vertrek. Meteen bij binnenkomst op de begane grond een vertrek links met vreemde grote luchtige voorwerpen die in combinatie met het overige in de ruimte een eigen logica krijgen.

De eerste kamer aan de rechterkant viel op door een strak vormgegeven vitrinekast een meter in de ruimte geplaatst met in de kast drie lagen met geometrische “mannenbroches” elk gelegd op een net voldoende onderscheidende ondergrond. Alleen al deze vitrinekast met inhoud leek lang van te voren en met volop tijd te zijn gearrangeerd. Toevallig was ik op de hoogte hoe deze combinatie met alle denkbare toeval tot stand is gekomen. Serendipiteit is een woord dat zich dan vanzelf opdringt. Maar dan moet het bij dit Symposion wel een georganiseerde serendipiteit zijn geweest. In deze zelfde kamer zie ik werk van kunstenaressen die ik al heel lang ken en bewonder. Maar die nu geplaatst naast elkaar en met nieuwe verrassende stukken hun faam met gemak weer waar maken.

Ik weet dat ik veel kunstenaars tekort doe door niet meer over de Oude Doelen te schrijven, maar u moet dit niet lezen, u moet gaan kijken naar bijvoorbeeld nog een vertrek in dit gebouw, dat ik liefst als verzamelaar in zijn geheel zou willen bewaren, dus kamer met inhoud bestaande uit drie stukken: Een wit en een zwart schilderij (reliëf?) en een eenvoudig geometrisch beeldhouwwerk in het midden. Hier klopt alles. Nadeel: Er mogen geen andere kijkers in het vertrek zijn want die bederven de harmonie. Zelf mag je, na het bekijken op de drempel, wel naar binnen. Zelf ben je immers “lichaamloos’. En ga vooral ook nog naar de genodigden in hetzelfde gebouw met hun hommages aan de kunstenaars van de geometrie.

Westerveld. Een stoel als een kunstwerk, dat is voor Nederlandse begrippen (Mondriaan) bijna normaal, maar hier is het een echte sculptuur op de grens van kunst en design. En dat videokunst zo persoonlijk kan zijn dat een heel jonge dochter, klein geprojecteerd in een afgetakelde omgeving, net zo goed kan zijn als Bill Viola, dat is toch weer een echte ontdekking.

In de toren. Hier is het altijd aanwezige werk van een Gorcumse kunstenaar zo bepalend dat dat de voorrang moet krijgen boven de tijdelijke kunstwerken voor het Symposion. Het is inderdaad monumentaal en vindingrijk. Om het licht op te vangen met duizend doorzichtige draden aan de ramen boven in deze vierkante torenruimte en die letterlijk samen te vatten in een gezamenlijke lichttrechter die vlak boven de grond uitmondt in kleine zwarte kokers met gewenste herinneringen, is qua idee en uitvoering subliem. Dat een van de gestorven meisjes waarvoor het kunstwerk gemaakt is, tenslotte met een eigen kunstwerk vertegenwoordigd is, is wederom een gelukkig toeval. Dat bovendien een kunstenaar hier terecht aanwezig is met zijn stoel verpakt in plastic vleesbakjes, geeft aan hoe breed vele soorten kunst deze keer op het Symposion vertegenwoordigd zijn.

Poort 6. Verrassend is hier het feestelijke design van een fiets en op de eerste verdieping de meest luchtige vorm van beeldhouwwerk dat ik in mijn leven zag. Een minimalistische stijl van beeldhouwen, zoiets als het onderzoek van Malevich: Wat is schilderijen eigenlijk en beginnen met een zwart en een wit schilderij, zo zie je hier met hoe weinig middelen toch een drie dimensionaal werk gemaakt kan worden dat voldoet aan eisen van een verrassende maar vooral gelukte compositie.

Stiltecentrum Langendijk 68 De tijd vinden voor reflectie van wat er te zien is. Zelfs de curator van het Symposion heeft die gevonden in het Stiltecentrum om nieuwe energie op te doen. Daarvoor is het bijna donker een hulp, maar het zorgt ook dat ik pas na afloop ontdekte dat er een schilderij hangt: Het laatste avondmaal in geometrisch zwart en goud dat samen met minimale muziek zorgt voor contemplatie.

De symposions van Gorcum zijn ook bekend geworden door wat er nadien in de stad achterbleef aan kunstwerken, in het bijzonder de beeldhouwwerken. Bekende voorbeelden zijn het tegeltableau van Sykora op het Kazerneplein en de twee ruimtelijke vormen van Winiarski. Het is te hopen dat ook deze keer een aantal kunstwerken, waaronder belangrijke beeldhouwwerken in de stad zullen achterblijven. Het zal de stad nog mooier maken en Het Grote Feest van de Eigentijdse Kunst dat dit Symposion weer blijkt te zijn nog jaren in herinnering houden, vooral als prachtig gelukte composities in Gorcumse context.

Jan Verhoeven, ambassadeur van Brabant en bezoeker.

Advertenties

Tussendoor: de compositie en het werk van Oscar Niemeyer en Lucio Costa in Brasilia

13 zondag Jan 2013

Posted by yfcompositie in Architectuur

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Architectuur, Brasilia, Lucio Costa, Oscar Niemeyer

De recente dood van Oscar Niemeyer heeft weer even Brasilia, de kunstmatige hoofdstad van Brazilië, in de schijnwerpers gezet.

mercure-brasilia-eixo-map

Een hoofdstad uit het niets te mogen maken moet voor iedere architect de meest gedroomde uitdaging zijn. Een heel nieuwe stad voor miljoenen inwoners te mogen ontwerpen, “from scratch”, op 15000 vierkante kilometers savanne, onbewoond terrein. Met de wetenschap dat die stad vanaf het begin verplicht bewoond gaat worden door statusvragende organisaties zoals de regering van een land met al zijn ambtenaren en alle buitenlandse vertegenwoordigingen bij dat land. Je mag veronderstellen dat er dan uit economische overwegingen vanzelf veel particulier initiatief bijkomt omdat er op alle niveaus zakelijke kansen komen. Wat natuurlijk gebeurde.

De redenen voor een dergelijk plan waren gebaseerd op een grootse visie en ideeën hoe het land Brazilië zich idealiter zou kunnen ontwikkelen. Die waren eigenlijk zo vanzelfsprekend dat al in 1823 door José Bonifácio e Silva (1763-1838), patriarch van de onafhankelijkheid van Brazilië, voorgesteld werd de hoofdstad te verplaatsen naar Goias, een stad duizenden kilometers van de kust en met de naam Brasilia. De belangrijkste reden was dat het achterland van Brazilië economisch nauwelijks werd gebruikt. Het had zich vooral ontwikkeld als een smalle strook langs de Atlantische Oceaan.

Zoals altijd was er een combinatie van plannen en beslissers nodig voor dat er iets van terecht kwam. Die situatie ontstond in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Van 1955 tot 1961 had Brazilië een president, Juscelino Kubitschek, die zoals veel Franse presidenten, zijn naam wilde verbinden aan een groots project dat tijdens zijn regeerperiode uitgevoerd moest worden en dat gestalte gaf aan zijn verkiezingsuitspraak:

“Vijftig jaar vooruitgang in vijf jaar”.

Dat project was Brasilia en de plannen waren van twee geniale architecten:Lucio Costa (Toulon 1902-1998 Rio de Janeiro) en Oscar Niemeyer (Rio 1908-2012 Rio de Janeiro).
Beide architecten hadden veel van de wereld gezien, waren opgeleid in Europa en Brazilië en waren zeer overtuigd van de kwaliteit van hun eigen ideeën. Toen er een internationale architectuurcompetitie werd uitgeschreven voor Brasilia werd Lucio Costa de grote winnaar met zijn in alle bescheidenheid genoemde “stratenplan voor Brasilia” (ondanks dat de inzending niet aan alle voorwaarden voldeed) en werden alle grote gebouwen in de stad ontworpen door Oscar Niemyer. Ondanks dat die gebouwen van een hand waren was de verscheidenheid van die gebouwen groot omdat ze per gebouw de functie uitstralen waarvoor elk gebouw bestemd en bedoeld was.

Hooggerechtshof in Brasilia

Hooggerechtshof in Brasilia

Wat heeft het woord compositie te maken met Brasilia?  Als ooit het woord compositie op zijn plaats is geweest, dan zeker in dit geval. Eerder*) hebben we een goede compositie gedefinieerd als een geslaagde combinatie van gekozen onderdelen. Goede architectuur is niet anders dan een specificatie van eisen te stellen aan de onderdelen die in combinatie een goed totaal opleveren.

Interessant is dus hoe die specificatie van Brasilia er uitzag en in hoeverre de realisatie een gelukte stad heeft opgeleverd. Verrassend was dat het antwoord van Lucio Costa op de architectuurcompetitie voor Brasilia geformuleerd was door middel van een aantal met de hand getekende schetsjes op A4-formaat: Zijn zogenaamde “Stratenplan” in de vorm van een kruis, bijna een driesprong. Dit in tegenstelling tot de andere architecten die kisten vol tekeningen voor de nieuwe stad hadden ingediend.

pp_1to2_b2[1]

pp_3to4_b4[1]

De  achtergrond van Costa’s plan was echter heel diepzinnig vastgelegd in de volgende overwegingen:

  • Hij had zich afgevraagd als een dergelijke stad zich natuurlijkerwijze had ontwikkeld, bijvoorbeeld gedurende 100 of 200 jaar, hoe zou dat verlopen zijn? Hoe beïnvloedt die kennis zijn plan?
  • Hij was zich bewust van het feit dat zijn plan de tegenovergestelde ontwikkeling van een hoofdstad was, die normaal ontstaat uit een regionale ontwikkeling. Dat nu een grote regionale ontwikkeling het resultaat zou zijn van het creëren van deze stad. Wat zou dit betekenen voor Brazilië?
  • Een hoofdstad moet niet alleen een efficiënt apparaat zijn, maar moet ontworpen worden voor het totale maatschappelijke leven van de bevolking van die stad.
  • Dat betekent dat die stad waardig, indrukwekkend en statig moet zijn, allemaal ogenschijnlijk ouderwetse begrippen maar die bijdragen aan fundamentele eisen als orde en kracht in de juiste proporties geplaatst die het totaal een monumentale kwaliteit geven. Niet als uiterlijk vertoon maar op een aantrekkelijke en tegelijk bewuste manier van wat de moeite waard is en dus van voldoende betekenis voor de inwoners. Zodat ze trots zijn op hun stad.
  • Ook belangrijk: Een stad die niet alleen gemaakt is om er efficiënt te werken maar die ook een vitale indruk moet maken, uitnodigend moet zijn en geschikt om er te dromen en intellectueel en artistiek bezig te zijn. Met andere woorden: Het moet een van de schitterende en onderscheidende culturele centra van het land worden.

Lucio Costa beschouwde het bovenstaande als inleidende opmerkingen voordat hij zijn stad in praktische bouwkundige voorstellen ging omschrijven. Zoals altijd zitten er aan elke praktische beslissing voor- en nadelen en zijn besluiten ook bepaald door de geest van de tijd, de 20ste eeuw.

Ik was vanaf de eerste berichten over Brasilia rond 1960 gefascineerd door wat daar stond te gebeuren. Ik wilde het met eigen ogen zien en dat lukte me ergens in de zeventiger jaren, nu ongeveer veertig jaar geleden en ongeveer 10 jaar na de officiële opening in 1960 door de president van Brazilië, Juscelino Kubitschek in het laatste jaar van zijn ambtstermijn.

Vreemd is dat ik me maar vier dingen goed herinner van mijn bezoek aan Brasilia:

  • De stad heeft de structuur zoals ik had begrepen: het stratenplan efficiënt en vooral de grote overheidsgebouwen in de juiste fraaie verhouding langs de brede autowegen.
  • De gebouwen van Niemyer zijn schoonheden van architectuur, zowel qua vorm als van functie: De beste Corbusiergebouwen die ik ooit gezien heb, met fantasie en soms sensualiteit of met een religieuze kwaliteit zoals de kathedraal.
  • Ik kocht in een wijk van schoenmakers de beste mocassins die ik ooit heb gehad. Elke keer als ik ze in de jaren daarna aandeed had ik het gevoel dat ze pasten als een handschoen aan een hand. Ook dacht ik elke keer! met bewondering aan de maker die ik nooit gekend heb. Tenslotte heb ik ze tot op de draad versleten met pijn in het hart weggegooid, maar zonder ze te vergeten.
  • In een Israëlisch hotel in Brasilia heb ik het beste ontbijt ooit gekregen en gegeten. Een ideale combinatie (compositie) van fruit, yoghurt, ei en thee geserveerd op mijn kamer. Is niet weg te branden uit mijn geheugen.

brasilia_foto

Is Brasilia geslaagd in de ogen van de wereld? Als project en als stad? Dus als compositie?
De stad is in 1987 door de UNESCO op de lijst van werelderfgoed geplaatst.
Amerikaanse beoordelaars hebben dikwijls heel tegenstrijdige oordelen binnen een commentariërend artikel: De stad is berucht om zijn “door de wind beheerste leegheid” en de anti-voetgangersmentaliteit waarmee het statenplan is gemaakt.
Tegelijkertijd wordt over de “tot realiteit gemaakte utopie van een stad” gesproken, ook al weet men dat die niet helemaal volgens plan is afgewerkt, maar het heeft wel een stad opgeleverd die een grote “quality of life” heeft bereikt. Waar de bevolking woont in wijken met veel groen met volop mogelijkheden voor sport en andere vrijetijdsbezigheden, geflankeerd door winkels voor voedsel en boeken en allerlei soorten cafés.
De stad is beroemd om zijn gastronomie en relatief goede efficiency voor locaal transport.
Na vijftig jaar wordt de stad nu als bruisend omschreven en heeft nu zoveel historie dat het alleen al daarom de moeite waard is Brasilia te bezoeken.

De stad als geheel is waarschijnlijk het beste voorbeeld van wat een goede compositie van een zo veelzijdig ontwerp kan opleveren: In het Duits prachtig samengevat met het woord “Gesamtkunst”.

DE COMPOSITIE IN DE ARCHITECTUUR

09 zondag Dec 2012

Posted by yfcompositie in Architectuur

≈ 1 reactie

Tags

abstracte kunst, Architectuur, compositie

Architectuur is het in beslag nemen van ruimte voor menselijke activiteiten op of in de aarde. De architect bedenkt wat hij in het kader van een opdracht aan zichzelf of van een opdrachtgever, nodig heeft om die opdracht vorm te geven in een compositie van onderdelen die liefst een intrigerende vorm van schoonheid zal opleveren. Theoretisch is de ontwerper van een eenpersoons tentje net zo goed architect als de ontwerper van het hoogste gebouw ter wereld.

Of in de tijd gezien: De architect van de Grote kerk in Breda in de 16e eeuw, toen het hoogste gebouw van de wereld, en de architect in Dubai in de 21e eeuw verschillen alleen in tijdstip en dat brengt ons meteen op het feit dat architectuur geen driedimensionaal ambacht is maar vier dimensionaal. Tijd speelt een belangrijke rol. Polshorlogetijd, maar ook begrippen als: Eerder, NU, later, het concept van waaruit de deze week overleden Oscar Niemeyer ‘zijn’ Brasilia ontwierp.

Ook de tijd gedurende de dag is belangrijk voor architectuur. In 24 uur verandert een gebouw door dag en nacht. Daglicht draait met de zon mee, het gebouw verandert door dat veranderende licht en door de weersomstandigheden. Hoe is het bouwwerk binnen en buiten bij daglicht en bij kunstlicht. Er zijn praktische eisen om te kunnen lezen en eisen die gesteld worden om een bepaalde sfeer te bereiken gedurende de dag en nacht.
Architectuur is ook de gedachteflits van 1 seconde waarin het eerste idee van een gebouw ontstaat maar ook de moeizame arbeid van maanden om de vorm en de functies van een complex gebouw vast te leggen in tekeningen. En al dat mensenwerk zo te componeren dat het liefst verrassend mooi blijkt te zijn om er naar te kijken en de functies van het gebouw als praktisch en aangenaam te beleven. Allemaal afhankelijk van een geslaagde, liefst intrigerende compositie.

Soms gaat het nog verder: een uitzichttoren wordt een stad, de Tour Eiffel is Parijs, de kathedraal in Chartres wordt een heel tijdperk, een combinatie van gebouwen en huizen, “the city that never sleeps”, vertegenwoordigt de totale ambiance van New York. Zo worden gebouwen iconen en geven ze een stad allure. Abstracter kun je architectuur bijna niet formuleren, maar belangrijker is ook nauwelijks denkbaar.

In de compositie in de abstracte en figuratieve kunst stelde ik dat zonder een geslaagde compositie de beeldende kunsten niet van groot belang zouden kunnen zijn. Daarom is het niet zo onlogisch dat beroemde kunstenaars aan een mogelijke directe verbinding van de beeldende kunsten en architectuur hebben gedacht en er over hebben gesproken. De Stijl was een groep kunstenaars die dit idee nastreefden en toen het door de buitenwereld niet gewenst bleek te zijn er verbitterd door raakten. Mondriaan was er van overtuigd dat een volledige integratie van schilderkunst en architectuur alleen mogelijk was als er een directe invloed van de schilder in dit proces verzekerd was. Zijn kunst was er bij voorbaat heel geschikt voor. Om dat alsnog te ervaren zou het prachtig zijn om twee echte De Stijl huizen, ontworpen in 1923, alsnog te realiseren en deze drie dimensionale kunstwerken niet alleen als tekeningen op te bergen bij het NAI in Rotterdam. De twee huizen waarom het hier gaat zijn La Maison d’artiste en La Maison Particulière

Maison

Ze werden ontworpen voor de tentoonstelling van de Stijlgroep in de Galerie l’Effort Moderne van Leonce Rosenberg in Parijs en werden door Rosenberg in 1923 uitdrukkelijk als een resultaat van de hele Stijlgroep gebracht. De vier gevels van Maison Particulière zijn 4 levensgrote kunstwerken van 15 x 25 meter, waar de hele wereld naar zal komen kijken als ze ooit gerealiseerd worden. Ze hebben geleid tot een zeer bewoonbaar huis met, toen al, een kamer als fitness ruimte en een groot terras dat bij gebruik als publieksruimte een aantal interessante eigenschappen heeft.
Ook Bart van der Leck en Anthony Kok hadden heel pertinente ideeën over de functie van het abstracte schilderij in woningen. Het is de moeite waard het tijdschrift De Stijl, volume 1, no.1 op internet op te zoeken en dat in heel ouderwets Nederlands nog eens na te lezen.

Het vreemde van de Nederlandse architectuur is dat die altijd wel geïnteresseerd is geweest in grote en kleine gebouwen, interieurs, meubels, design van gebruiksvoorwerpen in huizen, maar veel minder in het ontwerpen van de pleinen in de steden en van de landschappen die logisch en mooi zouden moeten aansluiten aan de steden. Als we het gedachtegoed van Yellow Fellow volgen is juist de architectuur de meest praktische vertaling van kunst en dus van creativiteit in de maatschappij. Toch wordt dat zelden door de bewoners van de steden zo ervaren. Dikwijls vindt men dat eigentijdse architectuur een negatieve ingreep is in het beeld en de ambiance van de stad en waartegen vaak fel geprotesteerd wordt.

Wat overblijft is de vormgeving van huizen voor particulieren. De meest succesvolle architecten hebben daar een naam in opgebouwd die dikwijls wel als een succes werden ervaren, zowel door de opdrachtgever als door de architect zelf.
Voorbeelden zijn de iconografische gebouwen van:

Mies van der Rohe, het Farnsworth house (1946)

47279B_1

Philip Johnson, het Glass House (1949)

philip johnson1

Frank Lloyd Wright, het huis Fallingwater (1937) gecombineerd met een waterval.

Waterfalling, Frank Loyd Wright

Amerikaanse voorbeelden die een geweldig gevoel van zeer persoonlijke ruimte in en met de natuur laten zien. Modern leven in tijden van moderne kunst, maar ook vandaag nog jaloersmakend als symbolen van vrijheid van leven in een zelfgekozen stijl. Huizen die weinig of geen kunst aan de muur nodig hebben omdat ze zelf, onopvallend, kunst zijn. Rust, reinheid en regelmaat vorm gegeven. Een huis dat harmonieus is en een plezierige ambiance uitstraalt. Eenvoudige maar moeilijke eisen, de terechte elementen van een goede compositie.
Naast deze voorbeelden van Amerikaanse huizen enkele uitschieters van Europese architecten zoals de Van Nellefabriek in Rotterdam van Brinkman en Van der Vlugt, om maar dicht bij huis te blijven, en de kapel van Ronchamps van Corbusier. Geweldige voorbeelden van creativiteit die hun vorm vinden in geslaagde composities, eigen aan de plaats en de omstandigheden die gegeven werden.

Altijd is het resultaat van de complexe compositie een ogenschijnlijke eenvoud. En dan blijkt dat dat leidt tot de uitspraak:Tijdloze schoonheid, een groter compliment is niet denkbaar. Of diezelfde uitspraak ook kan gelden voor de recente architectuur, na het jaar 2000, is nu nog niet te zeggen. Er is een ontwerp revolutie gaande die gebaseerd is op de constructierevolutie mogelijk gemaakt door de rekencapaciteit en de algoritmes van de huidige computers.

Die gebouwen die over de hele wereld gebouwd worden zijn groot en dikwijls hoog en dienen voor vliegvelden, kantoren, woontorens, overdekte pleinen, televisiestudio’s en alles war de wereld tegenwoordig aan afgescheiden ruimtes nodig denkt te hebben.

Een eis mogen we blijven stellen, juist in de architectuur, een overtuigende compositie van het geheel. Alle eisen, functioneel en artistiek, gecombineerd tot een harmonieus totaal dat er op de een of andere manier aantrekkelijk uitziet, liefst gedurende lange tijd: Tijdloze Schoonheid.

Meest recente berichten

  • COMPOSITIE IN CONTEXT
  • BELEVINGSCOMPOSITIE (slow reading svp)
  • SCHOONHEID & CROSS-OVER BINNEN EEN COMPOSITIE
  • DE COMPOSITIE ALS EXCUUS VOOR DE VERZAMELAAR
  • DE WERELD VAN JAAP EGMOND

Archief

  • juni 2015
  • januari 2014
  • oktober 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • maart 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012

Categorieën

  • Abstracte kunst
  • Architectuur
  • fotografie
  • gastronomie
  • Literatuur
  • maatschappij
  • Muziek
  • Organisaties
  • Schoonheid
  • seks
  • Uncategorized

Meta

  • Registreren
  • Inloggen
  • Berichten RSS
  • Reacties RSS
  • WordPress.com
Advertenties

Blog op WordPress.com.

Annuleren