De recente dood van Oscar Niemeyer heeft weer even Brasilia, de kunstmatige hoofdstad van Brazilië, in de schijnwerpers gezet.
Een hoofdstad uit het niets te mogen maken moet voor iedere architect de meest gedroomde uitdaging zijn. Een heel nieuwe stad voor miljoenen inwoners te mogen ontwerpen, “from scratch”, op 15000 vierkante kilometers savanne, onbewoond terrein. Met de wetenschap dat die stad vanaf het begin verplicht bewoond gaat worden door statusvragende organisaties zoals de regering van een land met al zijn ambtenaren en alle buitenlandse vertegenwoordigingen bij dat land. Je mag veronderstellen dat er dan uit economische overwegingen vanzelf veel particulier initiatief bijkomt omdat er op alle niveaus zakelijke kansen komen. Wat natuurlijk gebeurde.
De redenen voor een dergelijk plan waren gebaseerd op een grootse visie en ideeën hoe het land Brazilië zich idealiter zou kunnen ontwikkelen. Die waren eigenlijk zo vanzelfsprekend dat al in 1823 door José Bonifácio e Silva (1763-1838), patriarch van de onafhankelijkheid van Brazilië, voorgesteld werd de hoofdstad te verplaatsen naar Goias, een stad duizenden kilometers van de kust en met de naam Brasilia. De belangrijkste reden was dat het achterland van Brazilië economisch nauwelijks werd gebruikt. Het had zich vooral ontwikkeld als een smalle strook langs de Atlantische Oceaan.
Zoals altijd was er een combinatie van plannen en beslissers nodig voor dat er iets van terecht kwam. Die situatie ontstond in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Van 1955 tot 1961 had Brazilië een president, Juscelino Kubitschek, die zoals veel Franse presidenten, zijn naam wilde verbinden aan een groots project dat tijdens zijn regeerperiode uitgevoerd moest worden en dat gestalte gaf aan zijn verkiezingsuitspraak:
“Vijftig jaar vooruitgang in vijf jaar”.
Dat project was Brasilia en de plannen waren van twee geniale architecten:Lucio Costa (Toulon 1902-1998 Rio de Janeiro) en Oscar Niemeyer (Rio 1908-2012 Rio de Janeiro).
Beide architecten hadden veel van de wereld gezien, waren opgeleid in Europa en Brazilië en waren zeer overtuigd van de kwaliteit van hun eigen ideeën. Toen er een internationale architectuurcompetitie werd uitgeschreven voor Brasilia werd Lucio Costa de grote winnaar met zijn in alle bescheidenheid genoemde “stratenplan voor Brasilia” (ondanks dat de inzending niet aan alle voorwaarden voldeed) en werden alle grote gebouwen in de stad ontworpen door Oscar Niemyer. Ondanks dat die gebouwen van een hand waren was de verscheidenheid van die gebouwen groot omdat ze per gebouw de functie uitstralen waarvoor elk gebouw bestemd en bedoeld was.
Wat heeft het woord compositie te maken met Brasilia? Als ooit het woord compositie op zijn plaats is geweest, dan zeker in dit geval. Eerder*) hebben we een goede compositie gedefinieerd als een geslaagde combinatie van gekozen onderdelen. Goede architectuur is niet anders dan een specificatie van eisen te stellen aan de onderdelen die in combinatie een goed totaal opleveren.
Interessant is dus hoe die specificatie van Brasilia er uitzag en in hoeverre de realisatie een gelukte stad heeft opgeleverd. Verrassend was dat het antwoord van Lucio Costa op de architectuurcompetitie voor Brasilia geformuleerd was door middel van een aantal met de hand getekende schetsjes op A4-formaat: Zijn zogenaamde “Stratenplan” in de vorm van een kruis, bijna een driesprong. Dit in tegenstelling tot de andere architecten die kisten vol tekeningen voor de nieuwe stad hadden ingediend.
De achtergrond van Costa’s plan was echter heel diepzinnig vastgelegd in de volgende overwegingen:
- Hij had zich afgevraagd als een dergelijke stad zich natuurlijkerwijze had ontwikkeld, bijvoorbeeld gedurende 100 of 200 jaar, hoe zou dat verlopen zijn? Hoe beïnvloedt die kennis zijn plan?
- Hij was zich bewust van het feit dat zijn plan de tegenovergestelde ontwikkeling van een hoofdstad was, die normaal ontstaat uit een regionale ontwikkeling. Dat nu een grote regionale ontwikkeling het resultaat zou zijn van het creëren van deze stad. Wat zou dit betekenen voor Brazilië?
- Een hoofdstad moet niet alleen een efficiënt apparaat zijn, maar moet ontworpen worden voor het totale maatschappelijke leven van de bevolking van die stad.
- Dat betekent dat die stad waardig, indrukwekkend en statig moet zijn, allemaal ogenschijnlijk ouderwetse begrippen maar die bijdragen aan fundamentele eisen als orde en kracht in de juiste proporties geplaatst die het totaal een monumentale kwaliteit geven. Niet als uiterlijk vertoon maar op een aantrekkelijke en tegelijk bewuste manier van wat de moeite waard is en dus van voldoende betekenis voor de inwoners. Zodat ze trots zijn op hun stad.
- Ook belangrijk: Een stad die niet alleen gemaakt is om er efficiënt te werken maar die ook een vitale indruk moet maken, uitnodigend moet zijn en geschikt om er te dromen en intellectueel en artistiek bezig te zijn. Met andere woorden: Het moet een van de schitterende en onderscheidende culturele centra van het land worden.
Lucio Costa beschouwde het bovenstaande als inleidende opmerkingen voordat hij zijn stad in praktische bouwkundige voorstellen ging omschrijven. Zoals altijd zitten er aan elke praktische beslissing voor- en nadelen en zijn besluiten ook bepaald door de geest van de tijd, de 20ste eeuw.
Ik was vanaf de eerste berichten over Brasilia rond 1960 gefascineerd door wat daar stond te gebeuren. Ik wilde het met eigen ogen zien en dat lukte me ergens in de zeventiger jaren, nu ongeveer veertig jaar geleden en ongeveer 10 jaar na de officiële opening in 1960 door de president van Brazilië, Juscelino Kubitschek in het laatste jaar van zijn ambtstermijn.
Vreemd is dat ik me maar vier dingen goed herinner van mijn bezoek aan Brasilia:
- De stad heeft de structuur zoals ik had begrepen: het stratenplan efficiënt en vooral de grote overheidsgebouwen in de juiste fraaie verhouding langs de brede autowegen.
- De gebouwen van Niemyer zijn schoonheden van architectuur, zowel qua vorm als van functie: De beste Corbusiergebouwen die ik ooit gezien heb, met fantasie en soms sensualiteit of met een religieuze kwaliteit zoals de kathedraal.
- Ik kocht in een wijk van schoenmakers de beste mocassins die ik ooit heb gehad. Elke keer als ik ze in de jaren daarna aandeed had ik het gevoel dat ze pasten als een handschoen aan een hand. Ook dacht ik elke keer! met bewondering aan de maker die ik nooit gekend heb. Tenslotte heb ik ze tot op de draad versleten met pijn in het hart weggegooid, maar zonder ze te vergeten.
- In een Israëlisch hotel in Brasilia heb ik het beste ontbijt ooit gekregen en gegeten. Een ideale combinatie (compositie) van fruit, yoghurt, ei en thee geserveerd op mijn kamer. Is niet weg te branden uit mijn geheugen.
Is Brasilia geslaagd in de ogen van de wereld? Als project en als stad? Dus als compositie?
De stad is in 1987 door de UNESCO op de lijst van werelderfgoed geplaatst.
Amerikaanse beoordelaars hebben dikwijls heel tegenstrijdige oordelen binnen een commentariërend artikel: De stad is berucht om zijn “door de wind beheerste leegheid” en de anti-voetgangersmentaliteit waarmee het statenplan is gemaakt.
Tegelijkertijd wordt over de “tot realiteit gemaakte utopie van een stad” gesproken, ook al weet men dat die niet helemaal volgens plan is afgewerkt, maar het heeft wel een stad opgeleverd die een grote “quality of life” heeft bereikt. Waar de bevolking woont in wijken met veel groen met volop mogelijkheden voor sport en andere vrijetijdsbezigheden, geflankeerd door winkels voor voedsel en boeken en allerlei soorten cafés.
De stad is beroemd om zijn gastronomie en relatief goede efficiency voor locaal transport.
Na vijftig jaar wordt de stad nu als bruisend omschreven en heeft nu zoveel historie dat het alleen al daarom de moeite waard is Brasilia te bezoeken.
De stad als geheel is waarschijnlijk het beste voorbeeld van wat een goede compositie van een zo veelzijdig ontwerp kan opleveren: In het Duits prachtig samengevat met het woord “Gesamtkunst”.