Tags
Op zondagmiddag 25 november 2012 was er bij Yellow Fellow Leidschendam een combinatie van muziek en abstracte schilderijen te horen en te zien die mij als eigenaar en kenner van de schilderijen volkomen verraste. Ik keek naar schilderijen die ik soms al tientallen jaren kende en zag die schilderijen opeens anders, intenser, gedetailleerder, completer en dat alleen maar omdat de situatie voor het bekijken van de schilderijen volledig anders was dan normaal.
Binnen de tentoonstelling waren drie podia gemaakt voor drie schilderijen door voor die drie schilderijen elk 50 stoelen neer te zetten. Door muziekkenners waren muziekstukken uitgezocht van Satie, Debussy, Reich, Glass, Nyman en Clements die naar hun overtuiging te maken hadden met de schilderijen. Met fantasierijke muziekinstrumenten, allemaal variaties op de fluit en een orgelpijp, die aan de gespeelde muziek hun eigen tint gaven en die op een vanzelfsprekende manier bij de schilderijen ging horen.
Voor mij was de eerste confrontatie die met een groot schilderij van Erik van der Grijn: Sarajevo 1 300 x 660 cm in zes panelen van elk 110 cm en afwisselend in de kleuren geel en zwart. Ik meende dat ik dit schilderij door en door kende. Ik heb het gezien als onderdeel van Antwerpen als Culturele hoofdstad van Europa in 2001 en daarna op diverse plaatsen o.a. in een kleine kerk in Woudrichem en, gehalveerd in mijn eigen huis bestaande uit de drie rechtse panelen (na een verbaal gevecht met de maker of zoiets wel kon en/of mocht). De musici van het fluitoctet BlowUp! lieten in 8 minuten een nieuw schilderij voor mij verschijnen. Ik leek nieuw en intenser te kijken naar dit mij overbekende stuk.
Dat gebeurde opnieuw in een naar de rest van de kerk afgekeerde, halve cirkel met een gifgroene binnenkant. Daar zijn voor contemplatie en meditatie drie schilderijen opgehangen die sterk contrasteren met de achterwand en op zijn minst verwondering oproepen en aandacht vragen. Deze halve cirkel blijft waarschijnlijk het dichtst bij het oorspronkelijke doel van de kerk. Ik heb al dikwijls de neiging gehad om het een kapel te noemen, in overeenstemming met wat Rothko heeft gedaan in Houston en recent tijdelijk is gebeurd bij Tate Modern in Londen.
Twee van de drie schilderijen in de groen halve cirkel zagen er voor mij volkomen anders uit als tot nu toe. Ik werd onmiddellijk nieuwsgierig hoe de vijftig omstanders dit, voor de eerste keer, zagen. Jammer genoeg was er geen tijd om dit te vragen en te bediscussiëren.
Bij het tweede podium was het schilderij Mardi Gras van Erik van der Grijn het onderwerp van de confrontatie met de muziek. Leo Samama verklaarde als kenner van de muziek wat het schilderij was (niet wat het voorstelde). Voor mij, ook dit schilderij ken ik al heel veel jaren, kwam vooral door de muziek en de verklaring de compositie nog sterker tot zijn recht. Jammer dat Erik van der Grijn, die hier vorige week nog was helemaal uit Buenos Aires gekomen, dit niet heeft meegemaakt. Ik zou ook graag zijn reactie hebben gehoord. Hij zou er zeker blij en tevreden mee zijn geweest.
Het derde podium was gemaakt voor het schilderij The Wall’s Eye. Ik mocht zelf de tekst bij dit schilderij geven. Uit een zeker recalcitrantie heb ik het gezelschap van vijftig mensen uit de hogere sferen van de muziek gehaald en ze verteld waarom ik het werk gekocht heb, hoe de reactie van mijn oudste zoon (heel positief) en jongste dochter (heel negatief) op dit schilderij waren.
Later bleek dat dat heel geruststellend had gewerkt op de bezoekers. Het is helemaal niet zo gek om per schilderij enorm verschillende reacties te hebben, je kunt er zelfs extra om gewaardeerd worden.
De laatste plaats die bezocht werd was de halve blauwe cirkel die net als de groene met zijn rug naar de rest van de kerk staat en ook weer een andere soort schilderijen van andere makers laat zien. Het zijn witte schilderijen, twee van Seymour Boardman, een van Dorien Melis en een van Ger de Joode. Betrekkelijk kleine schilderijen vergeleken met de reeds besproken schilderijen, maar belangrijk om te ontdekken wat een compositie met weinig middelen (geen kleur) kan zijn. Ik mocht hier de reden van mijn voorkeur uiteenzetten.
De symmetrisch en de asymmetrische witte lijnen Boardman, voor mij excellente voorbeelden waarom het in een compositie kan gaan. Het hoge niveau uitlegbaar en zichtbaar.
Daarna de Ger de Joode waarbij ik het belang van de afstand tot het schilderij aangaf, de verschillen in ervaring met het oog. Ik heb daarbij heel dichtbij genoemd als de chaos ontdekken maar heb niet de tijd genomen ook te wijzen op de verfijning van het detail en de enorme precisie die daar bij hoort.
Bij Dorien Melis moest ik toegeven dat ik de redenen van mijn voorkeur helaas niet kon formuleren. Dat ik het een buitengewoon goed schilderij vind, anders zou ik het niet gekocht hebben, maar dat ik moest toegeven dat ik er geen voor anderen logische argumenten voor kon vinden.
Gelukkig nam Leo Samama dat van mij over en verklaarde hij ook zijn voorkeur voor dit schilderij, zoals hij ook met nieuwe argumenten over Ger de Joode en vooral Boardman sprak. Het is voor mij een ontdekking om muziekmensen over beeldende kunst te horen praten.
Het gedachtegoed van Yellow Fellow heeft als uitgangspunt de cross-over, de verbinding met andere delen van de samenleving. Tot nu toe was de muziek daar te weinig bij betrokken, ook al claimen we als “uitvinding” de bèta opera. Maar het is ook de bereidheid van veel mensen uit allerlei disciplines om bij de verspreiding van het idee van de cross-over mee te doen. Voor deze zondagmiddag was dat vooral het fluitoctet BlowUp!dat op initiatief van Noor Kamerbeek naar Leidschendam was gekomen en samen met Leo Samama de muziek had gekozen die zo goed bij de schilderijen paste, maar ook elk van de musici die onder zorgvuldige leiding tot een ideale confrontatie tot een voor mij grootse prestatie kwam die mij mijn eigen schilderijen opnieuw deed ontdekken.
Ik hoop dat de vijftig of meer gasten die zonder een kuchje de muziek hebben aangehoord, ook net zoals ik, een nieuwe ervaring hebben opgedaan.
Jan Verhoeven, verzamelaar abstracte kunst, 26 november 2012